Het is 19u30, vrijdagavond. We verzamelen met z’n vieren aan de rand van een steengroeve. Het is donker en het gure weer van de voorbije dagen hangt nog in de lucht. Zo meteen gaan we duiken – zonder flessen, enkel met onze longen gevuld aan de oppervlakte – het diepe duister in.
We zijn niet bang, het is niet onze eerste keer. Iedereen erkent wel dat het spannend is, telkens opnieuw. Daarom spreken we een strikt veiligheidsprotocol af, zetten het materiaal op en maken ons klaar.
Het aandoen van mijn duikmateriaal is een ritueel die me helpt me voor te bereiden op wat komt. Waar nodig helpen we mekaar om alles goed aan te krijgen want de pakken die we dragen zijn behoorlijk dik. Straks is het zo’n 8 graden aan de oppervlakte en op diepte kan de temperatuur nog zakken.
Met z’n tweeën installeren we het counter-balast systeem, dat in geval van nood helpt om een duiker met een tegengewicht sneller terug naar de oppervlakte te brengen. Onze daallijn is een soort navelstreng met de oppervlakte. We hangen eraan vast met een lanyard zodat we in het donker onze oriëntatie niet verliezen.
Eens alles klaar staat beginnen we elk om beurt te duiken, terwijl de anderen ofwel in de veiligheid voorzien of zich ook voorbereiden. Iedereen is scherp en heeft er de volle aandacht bij. We roteren in onze diverse rollen als een geoliede machine. Temidden van dat donkere meer creëren we onze eigen veilige zone. Niet zozeer omdat we vertrouwen op ons materiaal, eerder omdat we vertrouwen op elkaar. Hoe individueel ook de ervaring onder water is als vrijduiker, je komt nergens zonder een team op wie je kan vertrouwen.
Als het aan mij is om te duiken voel ik hoe niet alleen het duister zich opdringt, maar ook de kou. Langzaam sijpelt de kou door, en gedurende het komende uur wordt het niet warmer… Ik bereid me voor door rustig te ademen en mijn lichaam te scannen, alle onnodige spanningen los te laten.
Wat het vrijduiken me geleerd heeft is om wat er is te erkennen en aanvaarden. Zeker als het iets is wat storend is, zoals kou, of iets wat pijn doet, of storende gedachten. Als ik ze probeer weg te duwen dan sluipt er spanning in mijn lichaam. Het water is dan onverbiddelijk. Elke extra spanning wordt afgestraft. De deur naar de diepte gaat meer en meer dicht.
Dan de laatste ademteug, me omkeren, oren klaren, een eendenduik en mijn lichaam gaat onder, vertikaal naar beneden, langs de daallijn, die witte levenslijn die door mijn lamp contrasteert met de duisternis.
De grootste uitdaging bij die eerste duik is omgaan met alle stressoren die op me afkomen en het effect dat die hebben op het klaren van mijn oren. Door de druk van het water krimpt het volume van de lucht in mijn middenoor en dat moet gecompenseerd worden door een beetje lucht van mijn mondholte te verplaatsen naar mijn middenoor. Iedereen die al es gevlogen heeft kent het gevoel van poppende oren bij het dalen en het stijgen. Iets gelijkaardigs gebeurt als je duikt, maar dan intenser.
Die eerste duik is een kennismakingsduik: hoe gaat het vandaag, hoe voelt het donker, hoe voelt het water, hoe reageert mijn lichaam, hoe reageert mijn mind? Mijn systeem verwerkt die informatie en kan die dan gebruiken tijdens de volgende duiken. Eens het in mijn bewustzijn geïntegreerd is, wordt het makkelijker om met al die stressoren om te gaan.
De volgende twee duiken ben ik nog meer gefocust, nog meer ontspannen en zeker bij die laatste duik voel ik een dieper vertrouwen. In zo’n omstandigheden stel ik me vooral in op genieten van de duik, niet op het behalen van de grootste dieptes.
Bij de derde en laatste duik besluit ik om helemaal op mijn gevoel te duiken, niet langer zelf te bepalen wanneer ik welke techniek toepas. Onderweg naar beneden voel ik wel dat ik snel ga, en soms drijf ik wat ver weg van de daallijn en terwijl ik mijn lichaam manoeuvreer om terug dichter bij het touw te komen merk ik dat er zich iets blokkeert in mijn mond waardoor ik die lucht niet meer kan gebruiken om mijn oren verder te klaren. Tijd om af te remmen dus en om te keren. En dan voel ik die verwondering, want ik ben op nauwelijks anderhalve meter van het balletje dat op zo’n 35 meter hangt. Door helemaal op te gaan in alles wat er met me gebeurde, door helemaal in die aandachtsmodus te zitten was ik niet meer bezig met het resultaat. Een recept voor magie…
Ondanks de kou (die ik op die diepte niet voel), het duister, de druk van het water die me naar beneden trekt voel ik me intens gelukkig en vrij. De terugweg is intens, mijn spieren zijn hard aan het werk om me te helpen terug te keren naar de oppervlakte, waar ik straks weer kan ademen.
En dan voel ik dat alles lichter wordt, dat het water me helpt om naar boven te drijven, breek ik door het water en kan ik ademen, terwijl mijn vrienden me opwachten en klaar zijn om me op te vangen mocht er toch nog iets mis gaan.
Het was zeker geen perfecte duik, er is nog enorm veel ruimte om rustiger te worden, minder snel te gaan, nog dieper te ontspannen. Maar deze duik heeft me wel getoond waar ik sta. Het toont me hoe een aangescherpt observatievermogen, getraind door meditatie (boven en onder water) me in staat stelt om accuraat te handelen in moeilijke omstandigheden.
Het gevoel van direct na de duik blijft nog lang hangen. Ik voel me intens levend en diep ontspannen tegelijkertijd. Precies zoals het leven altijd zou moeten voelen. Alle andere stress die ik opgebouwd had in mijn leven van voor de duik is helemaal weg. En er is ook dankbaarheid, voor mijn leraars en mijn drie vrienden zonder wie ik deze ervaring niet zou kunnen beleven.
Er ontstaat op zo’n moment een verbondenheid voor het leven. En alhoewel ik heel graag diep onder water ben, waar het stil is, donker, waar ook de tijd stil staat, waar ik helemaal alleen ben met mezelf en de natuur, ik kom heel graag terug naar de oppervlakte.
Om er vanuit een diepere connectie met mezelf in verbinding te zijn met de mooie mensen in mijn leven, mijn duikbuddies, mijn vrouw en kinderen, mijn familie en vrienden, de mensen die ik ontmoet.
Dankbaar dat ik zoveel leven en liefde mag ervaren.